In 2009 is het vijftig jaar geleden dat de grote gasbel in Groningen werd
ontdekt. Sindsdien is Nederland één van de belangrijkste aardgasproducenten
van West-Europa.
De komende twintig jaar gaat dat drastisch veranderen. Het gas raakt op, al
probeert de overheid het verval van Slochteren zo lang mogelijk uit te
stellen.
Troef
Belangrijke troef om langer van eigen aardgas te profiteren vormen de
zogenoemde kleine gasvelden in de Noordzee en op het vaste land. Die
leverden in 2007 gezamenlijk een productie van zo’n 33 miljard kubieke meter
aardgas op, tegen 32 miljard kuub voor het Groningenveld, blijkt uit
gegevens van TNO.
Vraag is hoelang dat zo blijft. Kredietschaarste en lagere energieprijzen
maken het sinds een halfjaar minder aantrekkelijk voor olie- en gasbedrijven
om proefboringen te doen naar kleine veldjes in de Noordzee.
Minder boringen
Gedurende de eerste drie maanden van 2009 werden in het Nederlandse deel van
de Noordzee drie evaluatieboringen gedaan. Daarbij bekijken bedrijven
hoeveel gas er zit op een plek waar eerder door een boring gas is
aangetoond.
Maar geen enkel bedrijf waagde zich begin dit jaar aan een zogenoemde
exploratieboring naar nieuwe bronnen in het Nederlandse deel van de
Noordzee, blijkt uit recent onderzoek van adviesbureau Delotte, dat ter
beschikking is gesteld aan Z24.
Zie de grafiek: Gas
boren op de Noordzee.
"Op basis van kwartaalcijfers is het moeilijk te beoordelen of de
exploratie-activeiten op de Noordzee echt fors teruglopen", zegt
voorzitter Bram van Mannekes van Nogepa, de branchevereniging van olie- en
gasproducenten in Nederland. "Wel is het zo dat de lagere gasprijs niet
helpt. Een aantal leden let scherper op de financiële uitgaven. De kans is
aanwezig dat bedrijven nieuwe projecten uitstellen."
Laatste restjes uit de Noordzee
Het aantal proefboringen in het Nederlandse deel van de Noordzee schommelde
tussen 2006 en 2008 zo rond de tien per jaar, blijkt uit het onderzoek van
Deloitte. Grote vondsten worden steeds zeldzamer en dat maakt de speurtocht
naar 'marginale' velden voor de grootste concerns, zoals Shell en BP, minder
interessant.
Toch is het voor Nederland belangrijk om de komende jaren zoveel mogelijk gas
uit de Noordzee te halen. Gebeurt dat niet, dan zal een groter beroep op het
Groningenveld versneld noodzakelijk worden.
TNO schatte de resterende gasreserves van Slochteren in 2007 op 1.019 miljard
kubieke meter. Bij een jaarlijkse productie van zo'n 35 miljard kuub kun je
daarmee in theorie nog 29 jaar uit.
Belangrijk punt in de productiecyclus van gasvelden is echter dat er bij
'jonge' velden veel druk op het veld staat, waardoor het gas makkelijk uit
de bodem gehaald kan worden. Bij velden die al langer gas produceren,
vermindert de natuurlijke druk en zijn extra investeringen nodig om het
resterende gas eruit te halen. Dit geldt ook voor het grote Groningenveld.
Stokt de speuractiviteit naar kleine gasvelden, dan komt de focus van de
binnenlandse gaswinning nadrukkelijk op Slochteren te liggen. Extra
investeringen zullen nodig zijn om de productie uit deze grote gasbel op
peil te houden. Gebeurt dat niet, dan komt het omslagpunt waarbij Slochteren
veel minder gas gaat leveren rap naderbij.
Bijkomend punt voor het Noordzeegas is dat de infrastructuur van bestaande
transportleidingen de komende vijf tot tien jaar verouderd raakt. Gelet op
de relatief kleine volumes die de Noordzeevelden opleveren is vervanging van
de infrastructuur niet rendabel. Kortom: het is nu of nooit met het
Noordzeegas.
Impuls van de overheid
De Nederlandse regering probeert olie- en gasbedrijven een handje te helpen.
Afgelopen december kwam minister Van der Hoeven met een voorstel om
bedrijven een éénmalige extra investeringsaftrek te geven als ze geld
stoppen in de speurtocht naar en ontwikkeling van marginale gasvelden.
"Het streven is de aftrek per 1 januari 2010 in werking te hebben",
laat de woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken weten. Andere
maatregelen heeft het ministerie vooralsnog niet in voorbereiding.
Van Mannekes van Nogepa is blij met het initiatief van de minister: "Voor
olie- en gasproducenten is wel van belang hoe ruim de regeling is. Dat
bepaalt of de voorziening impact zal hebben."
Het einde van de Nederlandse gasrijkdom komt de komende decennia in zicht.
Niet investeren in de laatste restjes eigen gas, betekent dat de keuze voor
alternatieven nijpender wordt. Dat wil zeggen: meer import van Russisch gas
of vloeibaar aardgas uit Algerije. Of, om het over een andere boeg te
gooien: extra kolen, kernenergie, wind en zon.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl